fbpx
0

Winkelwagen

Paarden laten met hun houding en lichaamstaal zien hoe ze zich voelen en wat hun intenties zijn. Daarvoor geven ze een heleboel communicatiesignalen af. Dit kunnen kalmerende signalen zijn, overspronggedragingen, stresssignalen, afstandsvergrotende signalen en vecht- of vluchtgedragingen.

Kalmerende signalen

Kalmerende signalen zijn bedoeld om een goede sociale relatie te krijgen of te behouden. Het paard wil beleefd zijn en conflicten vermijden. De kalmerende signalen kalmeren andere paarden en het paard zelf.

Overspronggedrag

Overspronggedrag wordt door het paard ingezet om interne spanning van zich af te laten vloeien. Het paard sluit zich af voor de situatie en voor communicatie met de ander. Het overspronggedrag wordt vooraf gegaan door kalmerende signalen. Als de spanning na het overspronggedrag minder wordt, zie je weer kalmerende signalen en vloeit de spanning weg. Als de spanning meer wordt, laat het paard stresssignalen zien en eventueel afstandsvergrotende signalen.

Stresssignalen

Als de kalmerende signalen en de overspronggedragingen niet helpen, stijgt de spanning van het paard en laat het stresssignalen zien. De stress van het paard kan pas stoppen als de stimulus stopt, als het paard ervan weggaat of als het paard eraan went.

Afstandsvergrotende signalen

Als de spanning gelijk blijft of toeneemt, wil het paard de afstand tussen hemzelf en de ander vergroten. Dit kan het paard doen door zelf afstand te nemen of door de ander proberen weg te dreigen. Het paard zet dan afstandsvergrotende signalen in.

Vecht- of vluchtgedragingen

Als de opgelopen spanning niet daalt en de afstandsvergrotende signalen de spanning niet verminderen, dan worden de signalen sterker en gaat het paard actie ondernemen. Dan wordt het vechten of vluchten

Paarden hebben lichaamssignalen en gezichtsmimiek die veel mensen minder snel zien, men hecht er geen betekenis aan of men weet niet hoe men erop moet reageren. Maar als je hoge spanning en vecht- of vluchtreacties van je paard wil vermijden, zijn er twee dingen nodig:

  1. Je moet lichaamssignalen en gezichtskenmerken van je paard herkennen.
  2. Je moet de trigger die het communicatief gedrag of de gedragsreeks opstart herkennen.

Een trigger is de beginstimulus (prikkel) die aanleiding is voor het paard om bepaald gedrag te vertonen. Je vraagt jezelf dus af: ‘Wat gebeurde er op het moment dat mijn paard schrok/een reactie liet zien? Waar reageerde mijn paard op?’

Net als mensen en honden gebruiken paarden signalen om anderen te kalmeren, om sociale relaties in stand te houden en negatieve escalatie te voorkomen. Paarden leven van nature in groepen. Goede, stabiele vriendschappen en familierelaties zorgen voor veiligheid, een goed leven en een goed voortbestaan. Het vermijden van conflicten met daaruit voortvloeiende verwondingen of isolement is van groot belang.

Hoe werken kalmerende signalen?

Paarden zijn net als honden en mensen in staat om relaties aan te gaan buiten hun eigen soort. Zowel naar hun eigen soort als naar de andere groepen gebruiken ze dezelfde communicatiesignalen. Naast het kalmeren van anderen hebben kalmerende signalen nog een belangrijk kenmerk: ze kalmeren en verlagen ook de spanning van het paard zelf.

Een paard kan één kalmerend signaal laten zien, maar ook meerder kalmerende signalen tegelijk. Hoe meer kalmerende signalen gegeven worden en hoe sneller achter elkaar hoe hoger de spanning oploopt.

Lichaamskenmerken bij ontspanning en spanning

Om spanning bij je paard te ontdekken, kijk je dus naar de lichaamskenmerken en de lichaamssignalen.

Naast de hierboven beschreven lichaamskenmerken kijk je ook naar de lichaamssignalen die het paard geeft. Hieronder bespreken we de kalmerende signalen.

Soorten kalmerende signalen

Knipperen
Een van de kleinste kalmerende signalen. Het knipperen wordt na een pauze van een paar seconden vaak herhaald.

Half sluiten van de ogen
Een kalmerend signaal dat korter of langer (1-10 seconden) kan duren en wordt gebruikt om een conflict te vermijden. We bedoelen hier niet een paard dat wat staat te dutten of in slaap gaat vallen.

Wegkijken
Het paard doorbreekt het kijken naar een stimulus. Verder verandert de houding nauwelijks. Een kleine hoofdbeweging van enkele centimeters naar links of rechts is mogelijk. Ze kunnen hun blik afwenden of hun blik meer naar binnen richten.

Kauwen
Dezelfde roterende beweging met de onderkaak als bij het eten, maar dan zonder voedsel in de mond. Een paard kan enkel kauwen, maar het kauwen wordt ook vaak in combinatie met andere kalmerende signalen gezien zoals knipperen, de hoofddraai en de nekdraai. Vaak zie je ook verschil in de gezichtskenmerken, zoals rondere ogen en/of neusgaten. Als de spanning toeneemt, kan het kauwen opgevolgd worden door kauwen met de tong uit de mond, gapen of de kaakstretch.

Kauwen met de tong uit de mond
De mond maakt dezelfde beweging als bij het kauwen, maar de tong wordt in een rechte lijn uit de mond gestoken en weer ingetrokken. Dat kan hij meerdere keren achter elkaar doen. Meestal heeft het paard al wat kleinere signalen gegeven. Als het paard niet kalmeert, kan het kauwen met de tong uit de mond worden gevolgd door gapen, door een kaakstretch, door overspronggedrag of stresssignalen.

Gapen
Bij het gapen opent het paard enkele seconden zijn mond. De bovenlip wordt teruggetrokken en de voortanden en de ondertanden zijn zichtbaar. Soms rollen de ogen wat naar achteren of zijn ze half gesloten. De oren draaien zijwaarts. Het kan gewoon een signaal van vermoeidheid zijn, maar ook een kalmerend signaal. Als het een signaal van vermoeidheid is, is het vaak het enige signaal. Als het een kalmerend signaal is, zie je vaak ook andere kalmerende signalen.

De kaakstretch
De kaakstretch komt soms op zichzelf voor, maar vaak in combinatie met het gapen. Het paard opent de mond zonder de tanden te ontbloten en zonder het uitsteken van de tong. Dit duurt een aantal seconden en dan sluit de mond weer. De ogen zijn halfgesloten of dicht. De oren kunnen alle standen hebben.

Hoofddraai
Het paard draait zijn hoofd opzij terwijl het lijf en de hals in dezelfde positie blijven. Het paard draait zijn hoofd van de stimulus af. De oren staan naar voren en draaien mee met de richting van het hoofd óf één oor staat naar voren en het andere oor richting de stimulus. Het oogcontact tussen het paard en de stimulus wordt verbroken. Tijdens de hoofddraai kan het paard ook andere kalmerende signalen laten zien, zoals knipperen, kauwen, gapen of de kaakstretch.

Nekdraai
Niet alleen het hoofd wordt weggedraaid van de stimulus waarmee wordt gecommuniceerd, ook de hele nek wordt opzij gebogen. De romp en de voeten blijven in dezelfde positie. Uiteraard kan een paard ook zijn hoofd en/of nek draaien om ergens naar te kijken. Dat bedoelen we hier niet.

De nekshake
Het paard beweegt zijn nek en hoofd een aantal keren schuddend zijwaarts op en neer. De romp van het paard beweegt niet. De ogen worden tijdens het schudden gesloten.

De bodyshake
Het paard staat stil en maakt een zijwaartse uitschuddende beweging met zijn lijf van zijn hoofd, naar zijn nek, romp en staart. De mond staat soms wat open.

Wip-wapverlaging
Het hoofd gaat in één seconde omlaag naar een half lage tot lage positie. Daarna wordt het hoofd weer omhoog getild naar een half hoge of hoge positie.

Vastgehouden verlaging
Het hoofd en de hals gaan van een hoge, half hoge of horizontale positie naar een half lage of lage positie. Het hoofd en de hals blijven minstens 5 seconden in de half lage of lage positie, maar het kan ook 25 seconden of langer duren voordat het paard zijn hoofd weer omhoog doet.

Boog lopen
Het paard loopt voorzichtig en beleefd in een boog naar de stimulus die hij wil benaderen. Tijdens het lopen van de boog kan het paard ook andere kalmerende signalen laten zien.

Splitsen
Paarden splitsen om een mogelijk conflict tussen twee partijen te voorkomen of om iets voor zichzelf te houden. Het paard gaat dan tussen de twee partijen instaan. De partijen kunnen andere paarden zijn, andere dieren, mensen of objecten.

Achterhand tonen
Een paard gaat met zijn achterhand naar een ander persoon, dier of andere stimulus staan als hij geen contact of geen conflict wil met de ander. De houding van het paard is verder ontspannen.

Flank tonen
Een paard staat met zijn linker- of rechterflank naar een ander persoon, dier of andere stimulus. Net als de achterhand tonen, betekent dit signaal ‘niet storen a.u.b.’ Het paard neemt een soort pauze. Vaak neemt het paard even later toch het initiatief om de stimulus te onderzoeken of kennis te maken.

Eten
Kauwen en eten zorgt voor een afname van spanning en is ook een sociale activiteit die paarden samen doen.

Onbeweeglijkheid en vertragen
Als een paard een object wil benaderen en dit voorzichtig doet, zal hij soms vertragen of even stil blijven staan. Je ziet dan vaak ook andere kalmerende signalen.

Als je de lichaamskenmerken en –signalen van je paard beter leert begrijpen en als je de kalmerende signalen leert herkennen, dan kan je beter reageren op je paard waardoor hoge spanning wordt vermeden. Je focust je daarbij op de emotie van je paard en niet enkel op het gedrag dat je ziet. Zo probeer je ervoor te zorgen dat je paard positieve en ontspannen gevoelens koppelt aan zijn ervaringen. Je kunt ook zelf kalmerende signalen gebruiken om spanning bij je paard weg te nemen. Zo voelt het paard zich beter, leert het beter en onthoudt het beter.

Deze blog is gebaseerd op voornamelijk hoofdstuk 2 van het boek ‘Kalmerende signalen van paarden – Herkennen en toepassen’. Met dit boek ontdek je de communicatieve signalen van paarden. Je leert zien of je paard ontspannen is en kan op tijd reageren als je paard spanning opbouwt. Zo voorkom je stress en paniek bij je paard.

Dit en nog veel meer vind je terug in het boek. Het is echt heel uitgebreid. Wij hebben het voor jullie gelezen en er een uitgebreid verslag van gemaakt.

Klik hier als je meer wil weten over het boek ‘Kalmerende signalen van paarden – Herkennen en toepassen’.

Als je niet kan wachten om het boek zelf in je handen te hebben, dan kan je het ook meteen bestellen via Bol.com